Juridische toets
Plaatselijk inboeten van metselwerk is vergunningsvrij. Grotere delen metselwerk vervangen is vergunningsplichtig
Toelichting
Als richtlijn kan worden aangehouden dat inboeten per gevel tot ca 1 m² vergunningsvrij is. Wanneer er meer dan 1 m² van het metselwerk wordt vervangen is er geen sprake meer van plaatselijk herstel.
Ook vergunningsvrije werkzaamheden moeten voldoen aan de onder Restauratietechnische toets geformuleerde minimale kwaliteitscriteria. Tegen excessen kan worden opgetreden op basis van het algemene beschermingsartikel (artikel 11, lid 1 Mw).
Actie bij ontbreken van vereiste vergunning:
Het toepassen van scheur overbruggende wapening is vergunningsplichtig
Toelichting
Het toepassen van scheur overbruggende wapening is een constructieve verbetering en derhalve vergunningsplichtig
Actie bij ontbreken van vereiste vergunning:
Restauratietechnische toets
Slopen of uitnemen van gedeelten van het bestaande metselwerk dient zo te gebeuren dat het te behouden naastliggende werk niet wordt beschadigd
Toelichting
Het uitnemen gebeurt zodanig dat een hele of halve stenen worden verwijderd tot op de te handhaven steen, zodat een ruimte overblijft die kantig en voldoende diep is om de herstelling in verband te kunnen uitvoeren. Daarnaast moet bij het verwijderen van het metselwerk steeds rechthoekig worden uitgehakt, waarbij de voeg wordt gevolgd en mortel-resten zo veel mogelijk van de blijvende steen verwijderd. === Actie bij afwijking ===
Actie bij afwijking
De nieuwe stenen moeten qua hardheid, formaat, kleur en textuur aansluiten bij het bestaande metselwerk
Toelichting
Door stenen die qua hardheid afwijken kunnen het omliggende muurwerk beschadigen. Daarnaast kan de inboeting los raken. Afwijkingen van kleur en/of textuur is ontsierend.
Actie bij afwijking
Actie:
Het reeds uitgevoerde werk laten vervangen. Voor aanvang de nieuwe stenen laten bemonsteren. (eventueel tussenkomst specialist)
Actie:
Stillegging. Legalisatieonderzoek
Actie:
Stillegging. legalisatieonderzoek.
Het verband waarin de stenen worden verwerkt moet hetzelfde zijn als in de bestaande situatie
Toelichting
Met een afwijkend verband wijzigt het beeld van het monument en wordt de gevel daarmee ontsierd
Actie bij afwijking
Bij metselwerk dat is uitgevoerd in een kalkmortel moet opnieuw een kalkmortel worden toegepast waarvan de hardheid en vochtopname is afgestemd op het bestaande werk.
Toelichting
Bij mestelwerk van voor 1940 is kalk in de metselmortel verwerkt. Cement is te star voor kalkhoudend metselwerk waardoor de hechting vaak niet goed is en de inboeting los kan komen en/of schade aan het omliggende werk kan veroorzaken.
Actie bij afwijking
Roestende metalen elementen in de gevel moeten worden ontroest en ijzeren restanten zonder functie (of decoratieve waarde) verwijderend
Toelichting
Roestend metaal zet uit en kan het metselwerk kapot drukken en daarmee de gevel beschadigen.
Actie bij afwijking
Metalen onderdelen laten ontroesten en behandeld met een roetswerend middel of bij ernstige aantasting laten vervangen. Overbodige niet decoratieve metalen onderdelen laten verwijderen en ontstane schade laten herstellen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven: stilleging. Legalisatieonderzoek.
De nieuw in te brengen metselstenen en de bestaande gevel moeten dusdanig vochtig zijn of worden bevochtigd dat er geen vochtuitwisseling met het bestaande metselwerk optreed.
Toelichting
Wanneer water aan het verse metselwerk wordt ontrokken hard deze niet goed uit (verbranden) wat een kwalitatief slechte inboeting oplevert.
Actie bij afwijking
Nieuwe metselstenen en of bestaande gevel voldoende laten bevochtigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven: stilleging. Legalisatieonderzoek.
Het inboeten van transversaalscheuren is alleen nodig wanneer deze constructief en/of esthetisch niet aanvaardbaar zijn
Toelichting
Een transversaalscheuren ( loodrechte scheuren in het gevelvlak) is in de regel een dilatatie en als zodanig te bewerken. Herstel is alleen zinvol als de oorzaak van de scheurvorming is opgeheven.
Actie bij afwijking
Bij scheur overbruggende wapening moet de lijmmortel qua bindmiddel afgestemd zijn op de aanwezige metselmortel
Toelichting
De standaard mortels bij scheur overbruggende wapening, voldoen in de regel niet. In de lintvoeg wordt een eerste laag van circa 15 mm lijmmortel ingebracht waarin de wapeningsstaaf wordt aangebracht. De lintvoeg wordt verder aangevuld met lijmmortel (nat in nat), rekening houdend met de gewenste diepte van voeg, met een minimale voegdiepte van 15 mm. Als gebruikgemaakt wordt van een kalk gebonden mortel moet deze na aanbrengen minimaal 1 week vochtig worden gehouden. Dat bevordert een goede binding en hechting, en helpt krimpscheuren voorkomen.
Actie bij afwijking
Aanwijzing
Bestaand metselwerk dient geconserveerd te worden. Metselwerk mag pas vervangen worden als de onderlinge samenhang en scheurvorming herstel verhinderen