Na een brand
Wat te doen na brand in een monument
Juridische toets
1. Het herstellen, herbouwen of slopen van een monument is vergunningplichtig.
Nadat er brand is geweest is het van belang te kijken in welke mate het monument is te herstellen en welke onderdelen nog zijn her te gebruiken. Er moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt of en hoe het object is te herstellen. Ook moet meteen na brand worden voorkomen dat de brandweer preventief belangrijke historische onderdelen van een monument omverhaalt.
Inhoudelijke aspecten
2. Informeer zo snel mogelijk de monumentenzorg instanties.
Na een brand in een rijksmonument, moet zo snel mogelijk de gemeentelijke monumentenzorg en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in kennis te worden gesteld. De RCE kan dan (samen met de lokale monumentenzorg) een opname doen en bepalen in welke mate het monument als verloren is te beschouwen en of het monument nog hersteld kan worden. Bij een provinciaal of gemeentelijk monument dient alleen de betreffende lokale of regionale monumentenzorg in kennis te worden gesteld.
Zie ook de Interne handleiding voor de omgang met incidenten van de RCE.
3. Breng, bij instortingsgevaar, stut- en stempelconstructies aan.
Onderdelen waarbij instortingsgevaar geldt dienen, indien mogelijk, zo snel mogelijk van een stut- en stempelconstructie te worden voorzien. Vermijd dat bij instortingsgevaar te snel de keuze wordt gemaakt om monumentale onderdelen te verwijderen. In samenspraak met een constructeur kan worden gekeken of het verantwoord is constructieve noodvoorzieningen aan te brengen. Vergeet daarbij niet de stuc-op-riet plafond die verzadigd zijn van het bluswater te beschermen.
Wanneer delen van een monument wegens instortingsgevaar toch worden ontmanteld is het van belang dat de onderdelen, indien mogelijk, beschermd worden opgeslagen met het oog op herstel of als voorbeeld voor reconstructie.
4. Het monument moet zo snel mogelijk wind- en waterdicht worden gemaakt.
Het is van belang dat het monument zo snel mogelijk wind- en water dicht is. Het dichten van het dak, bijvoorbeeld met een tijdelijke maatregelen als een zeildoek of tent, voorkomt dat weersinvloeden vrij spel hebben. Verder kunnen bijvoorbeeld schotten voor kapotte ramen e.d. worden geplaats zodat regen of ongedierte (o.a. duiven) niet binnen kunnen komen.
5. Het pand moet goed worden geventileerd zodat het na het blussen kan drogen.
Het is van belang dat het gebouw na het blussen zeer goed wordt geventileerd zodat het gebouw en het interieur kunnen drogen. Hierbij is het aan te bevelen dat elementen die een extra vochtbelasting kunnen geven (zoals natte vloerbedekking) uit het pand worden verwijderd. In de winter kan het van belang zijn dat het pand vorstvrij wordt gehouden om stukvriezen van natte onderdelen te voorkomen.
- Aanwijzing
Gemiddeld is er iedere drie weken twee keer brand in een rijksmonument. Vaak zijn na een brand monumenten nog te herstellen. Maar het komt ook met enige regelmaat voor dat een brand zo verwoestend is geweest dat het monument als verloren moet worden beschouwd en het monument uit het monumentenregister wordt geschreven. Er zijn veel verschillende oorzaken voor het ontstaan van brand. De meeste branden bij monumenten worden veroorzaakt door schoorsteenbranden, kortsluiting, onzorgvuldig uitgevoerde werkzaamheden (bijvoorbeeld het solderen van goten) en brandstichting.
Nadat er brand is geweest is het van belang te kijken in welke mate het monument is te herstellen en welke onderdelen nog zijn her te gebruiken. Een zorgvuldige omgang met het gebouw na een brand kan het extra verlies van monumentale onderdelen voorkomen.